Knie

Het kniegewricht bestaat uit drie beenderen: het bovenbeen (femur), het scheenbeen (tibia) en de knieschijf (patella). Het is het grootste gewricht van ons lichaam en het werkt op de eerste plaats als een scharniergewricht.

De uiteinden van het bovenbeen en het scheenbeen zijn bedekt met een laag kraakbeen om een soepele en pijnloze beweging tussen de twee botuiteinden mogelijk te maken.

Tussen het bovenbeen en het scheenbeen zitten een binnenste en een buitenste meniscus. De meniscussen werken als schokdempers. Ze stabiliseren het kniegewricht en beschermen het kraakbeen.

De knie wordt verder gestabiliseerd door vier ligamenten:

  • de voorste en de achterste kruisband lopen centraal in de knie;
  • de mediale collaterale band loopt langs de binnenkant van de knie;
  • de laterale collaterale band loopt langs de buitenkant van de knie.

De knie kan pas goed bewegen en functioneren op voorwaarde dat een aantal krachtige spiergroepen in goede conditie zijn. Aan de voorkant van het bovenbeen zit de quadriceps die verantwoordelijk is voor het strekken van de knie.

Aan de achterkant van het bovenbeen bevinden zich zijn tegenhangers, de hamstrings. Samen met een deel van de kuitspieren zorgen zij voor het buigen van knie. Deze spieren spelen een sleutelrol in het pijnvrij bewegen van de knie.

De knieschijf ten slotte beschermt de voorkant van de knie. Aan de knieschijf hechten bovenaan de quadriceps en onderaan de kniepees aan, die zich vooraan op het scheenbeen aanhecht. Het patellofemoraal gewricht is een deel van het kniegewricht, gelegen tussen de knieschijf en het bovenbeen aan de voorzijde van de knie. De knieschijf heeft aan de achterzijde een dikke kraakbeenlaag met een centrale verhevenheid aangepast aan het groeve ter hoogte van het uiteinde van het bovenbeen, waardoor ze bij plooien en strekken vlot kan glijden.

Elk van bovenstaande onderdelen kan schade oplopen, ofwel door een trauma (vb. draaibeweging, val, verkeersongeval), ofwel door veroudering, met pijn en functieverlies in de knie tot gevolg.